DE SUZUKI-METHODE IN HET KORT

"Ieder kind kan leren musiceren zoals het spreken, lezen en schrijven leert: spelenderwijs, met veel nadoen en uitproberen, en met iemand die het corrigeert. Niet iedereen zal een groot musicus worden, zoals ook niet iedereen een groot dichter is, maar tussen het natuurlijke aanleren van de basisvaardigheden van taal en muziek bestaat grote overeenkomst. Helaas echter wordt er in de wereld meer gesproken dan gemusiceerd, zodat de meeste kinderen te weinig of te laat met de schoonheid van muziek kennismaken. Ze kunnen dan de muziek nog steeds aanleren, maar niet meer 'accentloos'."
(de pianist Lang Lang in een interview met de Frankfurter Allgemeine Zeitung)


U spreekt uw moedertaal. Vloeiend.
Hebt u dan een talenknobbel? Misschien, maar het hoeft niet. U hebt uw moedertaal geleerd doordat u als kind de taal altijd om u heen hoorde, doordat uw ouders u voortdurend hielpen en bij elk nieuw woord trots op u waren en doordat u zelf, meestal zonder het te beseffen, continu aan het oefenen was. U beheerst uw moedertaal en daardoor kunt u met anderen communiceren.

Kinderen, die al zo jong in staat zijn een taal te leren, kunnen ook leren een instrument te bespelen. Leren een instrument te bespelen is leren je te uiten door middel van de taal van de muziek. Als we ze jong laten beginnen, geven we hun de kans de taal van de muziek zonder accent te leren spreken.

Deze gedachte vormt de basis van de Suzuki-methode.

Meer informatie over de Suzuki-methode